uitleg oefening 4 / oefening 4

oefening 4. De wasmachine

Mevrouw Snoeijen heeft vandaag de was gedaan.

De wasmachine heeft 2,5 uur aangestaan.

Reken uit hoeveel kiloWatt de wasmachine verbruikt in 2,5 uur.

Reken uit hoeveel dit kost.

Op het typeplaatje kan je zien hoeveel Watt (W) de wasmachine gebruikt. Dit staat in de groene cirkel

Van Watt naar KiloWatt.

0]

Stappen ]

Berekening ]

1]	Schrijf het vermogen op in Watt. ]	1850W ]
2]	Deel door 1000 (kilo = 1000). ]	1850 : 1000 = 1,85 ]
3]	Het antwoord is het vermogen in kW (kiloWatt).]	Het vermogen is 1,85 kW]

Van kiloWatt naar KiloWattuur.

0]

Stappen ]

Berekening ]

1]	Schrijf het vermogen op in kW. ]	1,85 kW ]
2]	Schrijf op hoeveel uur het apparaat aanstaat. ]	2,5 uur = 2,5h ]
3]	Vermenigvuldig (X) het vermogen met de tijd. ]	1,85 X 2,5 = 4,625 ]
4]	Het antwoord is het vermogen in kiloWattuur (kWh).]	*Het elektrischiteitsgebruik is 4,625 kWh.]*

Van kiloWattuur naar de kosten van het apparaat.

0]

Stappen ]

Berekening ]

1]	Schrijf het energieverbruik op in kWh. ]	4,625 kWh ]
2]	Vermenigvuldig (X) het energieverbruik met de kWh-prijs.]	4,625 kWh X €0,19 = €0,87875]
3]	Het antwoord geeft de kosten in euro. ]	€0,88 ]